De muis en de olifant… - Reisverslag uit Port Elizabeth, Zuid-Afrika van Monirah Schep - van den Heuvel - WaarBenJij.nu De muis en de olifant… - Reisverslag uit Port Elizabeth, Zuid-Afrika van Monirah Schep - van den Heuvel - WaarBenJij.nu

De muis en de olifant…

Door: Monirah

Blijf op de hoogte en volg Monirah

06 April 2011 | Zuid-Afrika, Port Elizabeth

Vanuit Moordrecht het laatste verslag. Helaas had ik in Tanzania de laatste dagen problemen met de stroom en deed in Port Elizabeth het internet het ook niet… Vandaar dat jullie (weer) zolang moesten wachten. Tsja, wie naar Afrika reist moet geduld hebben, maar dat geldt dus ook voor de thuisblijvers ;-)

Bishop Desmond Tutu zei eens: “If you are neutral in situations of injustice, you have chosen the side of the oppressor. If an elephant has its foot on the tail of a mouse and you say that you are neutral, the mouse will not appreciate your neutrality.” De afgelopen weken heb ik weer veel onrechtvaardige situaties aanschouwd. Overal waren muizen en olifanten aanwezig. Muizen met kleine stemmetjes, soms weggedoken iele wezens, bang voor grote olifanten families die doorstampen of zelfs platstampen. Situaties waarin ik het gevoel had dat ik niet neutraal kon blijven. Al was dat vaak de enige weg. Soms kon ik een helpende hand bieden, maar veel vaker niet. Toch ben ik blij en dankbaar dat ik de afgelopen weken weer zoveel heb mogen zien en heb kunnen doen voor vrienden en bekenden in Afrika en dat ik afgelopen weekend tenslotte weer veilig thuis ben gekomen.

Dinsdag 22 maart. Vandaag mag ik onderweg naar Tanzania ook Nairobi - de hoofdstad van Kenia - aan doen. Verder dan de winkels op de vluchthaven kom ik niet, maar het is genoeg om te zien dat Kenia welvarender is dan Oeganda. De luxe artikelen in de vitrines, de grote gouden horloges en Armani zonnebrillen, veel mannen in pak met attachékoffertjes en het aantal mzungus wijzen erop dat ik me in een meer westerse wereld begeef dan 1,5 uur geleden. ‘Gate D3’ geeft het bord in de grote hal aan. Kenian Airways naar Dar es Salaam. Er staan welgeteld acht mensen, hoewel het nog maar een kwartier voor boarding time is. Ik vraag me meteen af of we met een minivliegtuig gaan of het vliegtuig zo goed als leeg zal vertrekken. Dit laatste blijkt het geval te zijn.
Het is 19.00 uur. Zo goed als donker. Na een turbulente vlucht van een uurtje kom ik aan in het inmiddels ook vertrouwde Dar es Salaam. Voor de derde keer in een jaar sta ik er in de rij voor een visum. “Hundred dollar”. Geen eens alsjeblieft. De grote Amerikaan voor me trekt zijn portemonnee en betaalt zonder enig weerwoord. “Hello my dear, how are you? You’re from The Hague?” vraagt de man als hij de voorkant van mijn paspoort bekijkt. “No my friend, I’m from Moordrecht, and I want to pay in euro’s - if possible.” De man begint te lachen. “No, you have to pay 100 dollars my dear…” “I am really sorry, but I have euro’s...” “Oh my dear… what to do?” Ja, als het aan mij ligt betaalt ‘your dear’ €50 en laat je haar door… Dat blijkt toch geen optie. De rij achter me wordt langer en langer. Een visum voor 3 maanden kost maximaal $50 of €35. Als ik de man mijn paspoort op de vorige visa open voor hem houdt, buigt hij zich naar me toe en fluistert in mijn oor: “Sawa, you go and change your euro’s in 50 dollars. Don’t tell the others…” Opgelucht haal ik adem, maar enigszins ongerust lever ik wel mijn paspoort in, ik moet zonder paspoort door de douane naar het geldwisselkantoor. De man doet gelukkig niet moeilijk meer als ik terugkom en had zelfs al een stempel gezet. Fijn. Ik hoop dat de mensen achter mij niet allemaal zo zijn als die Amerikaan voor me… Deze meneer wil duidelijk een extra zakcentje mee naar huis vanavond… Welkom in Tanzania!
Als ik bepakt en bezakt naar buiten loop hoor ik al het gegiechel van Bonna en zie ik de brede grijns van David. “Karibu sana! You’re most welcome again!” Mwasota David is bishop van de Naioth Gospel Assembly Church in een buitenwijk van Dar es Salaam. Door middel van gelden uit deze kerk is hij een aantal jaar geleden het Naioth Barna Care Centre gestart, een weeshuis voor 21 kinderen en jongeren. Afgelopen zomer ben ik samen met twee groepen jongeren uit Moordrecht namens Livingstone zes weken in Dar geweest om een Vocational Training Centre te bouwen. Heerlijk dus om weer even terug te zijn!
We rijden het terrein van het kantoor op. Het staat er als altijd in de avond helemaal vol met auto’s. Ze verhuren de parkeerplaatsen aan de rijke mensen uit de buurt die hun auto veilig willen parkeren ’s nachts. Deze inkomsten worden ook weer gebruikt voor huur, voor eten en schoolgeld voor de kinderen.
Christel komt naar buiten. Christel is een van de meiden uit de kerk. Zij zal mij de komende dagen gezelschap houden in het grote kantoor, dat ook evenals van de zomer als ‘guest house’ dient. In de avonden en ’s nachts zal ook Tobias hier weer zijn. Top! Na het eten ga ik snel naar bed, ik ben moe. Morgen als het licht is verder kijken. Lala salama (sweet dreams)!

Woensdag 23 maart. De haan kraait en de kippen maken ook behoorlijk lawaai. Jawel, ze zijn er nog Jelle! Als ik de onderkant van mijn tas open, schrik ik. Bah! Blijkbaar heb ik een Oegandese kakkerlak meegenomen en zijn er vannacht eitjes / kleintjes uitgekomen… Goedemorgen! In de straat zoek ik mijn ontbijtje bij elkaar, een wit brood, een tonnetje blue band en rijpe bananen. Na het ontbijt ga ik naar het weeshuis. Bibi komt aanwaggelen, ze ziet me niet. Pas als Naomi en Nelson me zien en beginnen te rennen, kijkt ze op. “Karibu Monillah!” De meeste kinderen zijn al naar school en ook de laatste moeten opschieten, ik houd ze dus niet langer op voordat Bibi zich kwaad moet maken ;-)
De bishop is druk vandaag met allerlei vergaderingen voor de kerk, maar een dagje rustig aandoen en wat rondkijken vind ik niet erg. Ik vermaak me wel. Samen met Christel ga ik naar de bank en de markt per dalla dalla (minibusje) en op de terugweg nemen we een bajjaj (tuktuk). Na schooltijd ga ik terug naar het weeshuis en zie ik dat kleine Enock niet zo klein meer is en dat hij bovendien al wat Engels spreekt. Hij zit inmiddels op de nursery school. Ook Naomi en Neema praten veel meer dan van de zomer. Nelson heeft nog steeds zijn mooie rode hoed, Winnie helpt Bibi met koken en Ezekiel zorgt voor de geiten. Anna en Elizabeth laten trots de kamers met boxen en nieuw beddengoed zien. Na het avond eten (porridge – met heel veel suiker) zoek ik Tobias op. Hij is net klaar met oefenen in de kerk, de stroom was alweer uitgevallen. We kletsen bij, het gaat goed met hem en hij mag inmiddels op de motor rijden. “Hoe gaat het met Frank? Hoe is het met Suussie? Gaat het goed met teacher en pastor Ruben?” Ook laat hij een foto van zijn vriendin zien. Zondag is de verlovingsdienst!

Donderdag 24 maart. ’s Nachts wordt ik wakker van het huilen en schreeuwen van vrouwen. Vrouwen in aanbidding en smeking. Dit klinkt veel heftiger dan ik vanuit Oeganda gewend ben. Hier voel ik me haast ongemakkelijk bij… Ik draai me om en probeer snel verder te slapen.
’s Ochtends heb ik (Livingstone) overleg met de bishop en vertel ik dat we met wat sponsorgeld de muur om de vocational school af kunnen maken. De school is al wel in gebruik, maar nu moet er ’s nachts nog een wacht betaald worden om de gebouwen (en de inhoud van de lokalen) goed te beschermen, omdat de muur nog niet helemaal af is. Een metalen poort is al wel geplaatst, van geld dat over was na de zomer. Onze welbekende bouwvakker met de bijnaam ‘Strijder’ gaat weer aan het werk. Cement, zand en blocks worden meteen besteld. Morgen kunnen ze beginnen. Strijder is ook aan de uitbreiding van de kerk bezig. De kerk is nog steeds groeiende. Beetje bij beetje wordt er van collectegeld verder gebouwd aan een nieuwe zijvleugel. Soms ligt het werk weer even stil als er geen geld is. Maar deze week was er genoeg geld voor 15 zakken cement en was er dus weer werk.
’s Middags ga ik met Bonna naar de stad. We nemen een dalla dalla. Lichamelijk contact is in deze busjes onvermijdelijk (zo vol worden ze gepropt), maar sommige mensen weten zich wel heel erg tegen je aan te nestelen en met 37 graden is dat geen pretje… Weer thuis maken Bonna en ik samen matooke klaar (met verse kokosmelk!). Bonna was een aantal jaar geleden getrouwd met een Oegandees. Deze heeft haar na een paar jaar achtergelaten met twee dochters – hij ging er vandoor met een mzungu. Bonna ging terug naar Tanzania en kwam bij de kerk van bishop David terecht. Hier is ze nu al een aantal jaar secretaresse. Een van haar dochters is overleden en de andere heeft een sponsor in Oeganda gevonden. Bonna woont nu met de dochter van haar overleden zus in een heel klein huisje vlakbij de kerk. Ze vertelt dat ze net op tijd terug was dinsdag om mij op te halen van het vliegveld. Ze was twee weken weggeweest. De 25jarige dochter van een andere overleden zus had een zwaar auto ongeluk gehad en een paar dagen in een ziekenhuis buiten Dar gelegen. Helaas had ze het niet overleefd en was ze afgelopen weekend begraven… Ik weet niets te zeggen. Bonna glimlacht: “We are used to African life… that’s reality here. Nowhere to go. We have to make the best of every day God is giving us.”

Vrijdag 25 maart. Vier dagdelen in de week wordt er naailes gegeven in een van de lokalen van de vakschool. Ik ga kijken. Een vrolijke lerares legt een aantal vrouwen geduldig uit, hoe ze met de naaimachine om moeten gaan. Dit is een beginnende klas zegt ze. “Morgenmiddag heb ik de gevorderden”. In het lokaal ernaast staan inmiddels drie computers waar aan een aantal oudere jongeren uit het weeshuis en een aantal mensen uit de kerk de basisvaardigheden van Word wordt uitgelegd. In een derde lokaal wordt Engelse les gegeven aan ouderen. Er zitten wel 40 mensen aandachtig te luisteren. Deze docenten zijn allemaal vrijwilligers uit de kerk. Super om te zien dat de vocational dus volop gebruikt wordt. Enige dat nog niet in gebruik is zijn de toiletten, die we ook hebben afgemaakt. Dit omdat er nog geen tank is aangeschaft en aangesloten.
’s Middags duik ik de universiteitsbibliotheek in Dar es Salaam in. Echter valt dat een beetje tegen. In Utrecht hebben we misschien nog wel een uitgebreidere collectie. Alleen de Afrikaanse theologische tijdschriften zijn wel netjes te vinden en aantal van de artikelen die ik had opgeschreven kan ik kopiëren.
Op de weg terug koop ik eten voor Bibi en de kids van het weeshuis. Eten voor morgenavond, als ik met de kinderen wil eten, maar ook genoeg rijst en porridge voor de komende twee weken.
Vlak voor het slapengaan komt Salvatore nog een praatje maken. Met Salvatore kan ik heerlijk over theologische onderwerpen als de wederkomst en verzoening discussiëren. Precies op het moment dat de discussie toch wel erg fel begint te worden, valt de stroom uit en zitten we in het donker. In de zes weken in juli en augustus hadden we af en toe geen stroom, maar nu is het al twee dagen prut. Weer vroeg naar bed... Op zich niet erg, want het is iedere ochtend ook redelijk vroeg.

Zaterdag 26 maart. Een hele dag in en om het weeshuis. Met Bonna ga ik vroeg op pad om wat dingen voor het weeshuis aan te schaffen. Zeep, tandpasta, zout, een bezem en schriften voor de kinderen. Terug bij het weeshuis vermaak ik me daar een aantal uur. Alle kinderen neem ik een kort interview af. “Wat wil je later worden? Wat vind je het leukst op school? Wat is je lievelingseten? Wat zou je doen met een miljoen?” etc. De antwoorden zijn soms verrassend. Furaha wil graag scientist worden en zou een microscoop kopen als hij veel geld had. Sabine zegt heel wijs de een miljoen nog niet uit te geven. “Ik ben pas tien jaar en nog te jong om zelf een goede beslissing te kunnen nemen.” Na een korte fotosessie gaan we met z’n allen aan de soda en het avondeten. Als ik naast Neema ga zitten kijkt ze me met grote glimmende ogen aan. De kinderen krijgen in principe wel iedere dag te eten. Maar niet iedere dag rijst en zeker niet iedere dag vlees en soda. “Asante” fluistert ze…

Zondag 27 maart. Om 07.07 uur stap ik de kerk binnen. Het is al aardig druk. De diensten van bishop Mwasota beginnen meestal rond 07.00uur en eindigen om 09.30 uur. Vandaag verwacht ik dat het langer zal duren aangezien de introductie en verloving van Tobias en Winnie wordt gevierd. Maar als snel wordt duidelijk dat de bishop zich aan de tijd wil houden. Geen testimonies vandaag, “Wees oprecht blij, getuig later vandaag of deze week en wees in je hart en hoofd nu dankbaar voor al wat je hebt mogen ontvangen de afgelopen week”. Nou dat scheelt alweer een half uur van de dienst! Ook de preek over Johannes 14 vers 27 “Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet” is kort maar krachtig. Tobias en Winnie moeten naar voren komen. De introductie-verlovings-ceremonie gaat beginnen. Ze kijken beide bloedserieus alsof ze een vreselijk vonnis staat te wachten… Uit de boxen klinken keiharde vrolijke noten. De eerste vrouwen komen al dansend achter uit de kerk naar voren. Mannen met palmtakken zwaaiend volgen. Verschillende cadeautjes worden overhandigd. Ook ik mag in de rij aansluiten en Tobias een cadeau geven. Ik heb een doos met borden, kommen en bekers gekocht. Voor hun uitzet :) De ringen worden gewisseld en ze krijgen een zegen mee. Op naar de laatste voorbereidingen voor het huwelijk later dit jaar. Na de gebruikelijke gezongen zegen verlaten we de kerk. Het is pas 09.45uur. Nog een hele (laatste) dag in Tanzania voor me! Deze gebruik ik om de laatste foto’s (onder andere van de afgebouwde muur) te maken. Bij het weeshuis lees ik voor uit een Engels Jip & Janneke prentenboek. Jip and Janneke, two kids from Holland. Het boek beschrijft allerlei Nederlandse gewoonten, zoals zwemles en het sinterklaasfeest. Nelson is een van de oudere jongens, maar hij luistert aandachtig en vraagt honderduit. “Moet je betalen om te mogen zwemmen? Hoe laat begint de school in Nederland? Hebben jullie alleen appelbomen of groeien er ook bananen? Heeft ieder gezin een eigen hond en kat?”
’s Middags ben ik ook nog welkom bij de feestmaaltijd van Tobias. Het begint stilletjes, de familie en vrienden van Tobias zitten aan de ene kant en die van Winnie aan de andere kant. Ze worden aan elkaar voorgesteld op deze ‘introduction’. Iedereen staat om de beurt netjes op en legt uit hoe lang en waarvan hij/ zij Tobias en/of Winnie kent. Er volgen speeches en gebeden en na een luid gejuich en hoera wordt het buffet geopend.
Bij terugkomst staat de bishop op me te wachten. Hij wil nog even kletsen voor ik vertrek. Twee uur lang zitten we in zijn kantoortje. Er komt weer van alles langs, maar zijn telefoon gaat niet en er komt niemand binnen. Heerlijk om ongestoord met deze inspirerende, wijze man te kletsen. Met zijn kerkbestuur is hij bijvoorbeeld enorm goed bezig met HIV Aids voorlichting en preventie in de community. Ook geven ze voorlichting aan gemeenteleden over hoe ze met geld om moeten gaan. Salvatore helpt hem hierbij. Super om te zien hoe goed deze gemeenschap vooruit gaat en blijft groeien!
’s Avonds om 23.00 uur wordt ik door drie geweldige persoonlijkheden met ieder hun eigen verhaal en achtergrond naar het vliegveld gebracht. Mooie foto’s om te laten zien dat dat wat we afgelopen zomer hebben achtergelaten goed wordt gebruikt (en een foto van Bonna’s rijbewijs waarvoor we geld hadden achter gelaten) op zak. Dikke knuffels van Bonna, een paar ondeugende stompen van Tobias, een brede grijns van de bishop en ten slotte een rugzak vol greetings aan beide teams gaat mee naar Zuid Afrika... De dagen in Dar zijn omgevlogen.

Maandag28 maart. Na een gebroken nacht kom ik vertraagd aan in Johannesburg. Hier moet ik overstappen naar Port Elizabeth. In Port Elizabeth ga ik op werkbezoek voor Livingstone. De MES – een plaatselijke organisatie, 25 jaar geleden opgericht door de Dutch Reformed Church – heeft in Johannesburg een aantal opvangtehuizen. In Port Elizabeth is er ook een huis geopend, voor daklozen en verslaafden die nergens geaccepteerd worden, maar ook een veilige plaats voor bedreigde en verstoten meisjes. Ze kunnen hier overnachten tegen een kleine vergoeding. Livingstone wil komend voorjaar een team sturen om het huis op te knappen en om activiteiten in de townships te organiseren. Sport- en spel, maar ook het uidelen van voedsel en kleding in sloppenwijken behoren tot de mogelijkheden. Ik ben benieuwd.
Ik moet haasten, opnieuw inchecken om een boardingpas te krijgen. De rij is lang. Ook bij de douane ben ik niet de enige… Om 05.50 uur kom ik aan bij de gate. Nog 10 minuten en het boarden kan beginnen. Ik heb het gered. Ik zak neer op een bankje en hoor ineens mijn naam door de speakers. Ze roepen om dat ik me moet melden, omdat er iets mis is met mijn bagage. Er spookt direct van alles door mijn hoofd. “Mis met mijn bagage, kwijt kan het niet zijn, dan zouden ze het niet merken, zou er dan iets ingestopt zijn?” Het komende uur ‘vlieg’ ik samen met een douanier langs diverse poortjes en gangen op zoek naar de man die meent dat er iets mis is met mijn backpack. Halverwege krijgt mijn begeleider een telefoontje dat ze toch echt gaan vertrekken en dat ik maar een volgende vlucht moet nemen. Gelukkig gaat deze al over ruim twee uur. Maar als ik er achterkom dat ik ben opgetrommeld, alleen omdat ik de enige was van wie ze de bagage over moesten laden naar een ander vliegtuig en dat ze daarom hadden besloten dat ik het dan zelf maar op moest halen i.p.v. dat het netjes door het personeel werd gedaan – zoals mij gezegd was op Dar es Salaam en zoals ook op mijn bagagebewijs staat ben ik wel opgelucht, maar ook een beetje teleurgesteld. Opnieuw sta ik in de rij voor een boardingpas naar PE… Een paar uur later dan gepland kom ik dus in PE. Aan. Ian, een medewerker van het huis, staat op me te wachten. In de auto krijg ik meteen uitleg en instructies over diverse do’s en don’ts in en om het huis. Het huis staat middenin een wijk die bekend staat om haar criminaliteit. Ik mag absoluut niet alleen over straat. Er zijn ieder nacht circa 80 mensen die er overnachten. Ik krijg een kamertje bij omaatje. Omaatje Neelie is de kok. Na een rondleiding langs de diverse slaapzalen en het eerste contact met een aantal bewoners, duik ik meteen de keuken in. Soep maken om meer dan 100 kommen mee te vullen. Hendrik heeft vandaag keukendienst en hij geeft me meteen zijn levensverhaal. Diverse mensen lopen het huis in en uit. De een loopt niet helemaal recht, een ander stinkt naar alcohol, een derde komt amper uit zijn woorden en nummer vier dacht ik al te hebben gesproken, maar toen had ze nog een andere naam… Ik ben onder de indruk. Dat wordt wat hier. Ik zoek vroeg mijn kamer op. Ik heb afgelopen nacht niet geslapen door mijn nachtelijke korte vlucht en kan wel wat nachtrust gebruiken. Al vraag ik me af of ik die hier wel zal krijgen. Omaatje meent van wel. Op maandagavond is het vaak rustig en ze verzekert me dat alle bewoners om 21.00 uur op hun slaapzaal of eigen kamer worden opgesloten. Ik kan rustig mijn ogen dicht doen. “Ga jij lekker slaappie slaap doen”.

Dinsdag 29 maart. De laatste weken ben ik al door van alles gewekt (door dierengeluiden - vogels en wilde honden op straat -, door vervoersmiddelen - opgevoerde boda’s of razende taxi’s -, door gezang of schreeuwende kinderen), maar ik werd nog niet eerder wakker zoals vandaag… Op de gang hoor ik een gegil, mensen rennen. Omaatje komt ook haar kamertje uit en ik vraag haar of ze enig idee heeft wat er is. Ze weet het ook niet. Ik mag mee gaan kijken, mits ik de sleutel maar goed bij de hand houd om als het nodig is terug te gaan naar onze kamer. Op de gang staat voor een van de zalen een groepje vrouwen druk gebaren te maken en elkaar aan de kant te duwen... Als ik in de deuropening van de slaapzaal sta zie ik een bloedbad op een van de bedden. Een vrouw zit er verslagen bij. Ze kijkt enorm wazig uit haar ogen. Het wordt ineens stil. Ik kijk naar de andere vrouwen op zaal en vind wat ik al dacht. Een van de vrouwen houdt een heel klein baby’tje vast. Ik zie een knijper op iets dat de navelstreng geweest moet zijn. Het kindje is nog niet schoongemaakt, niet warm in een handdoek gewikkeld en vooral opvallend: niet bij de moeder op de borst! Omaatje is er alweer vandoor als ik omkijk. Ik vermoed dat ze een ambulance is bellen. Een van de vrouwen stuur ik erop uit om een waterkoker aan te zetten. Ondertussen probeer ik ook duidelijk te maken dat de baby toch echt even naar de moeder moet, kijken of het wil drinken en dat het in ieder geval even warm gemaakt moet worden. Hoewel Zuid Afrikaans en Nederlands niet heel veel van elkaar verschillen lijkt het alsof ik Russisch spreek tegen deze vrouwen. Tot een ineens zegt: “Ja natuurlijk, dat hoort nie zo nie. De baby hoort bij jou C. Het is jouw kindje!” De moeder toont geen enkele emotie en als een van de vrouwen die zich tot nu toe enorm op de vlakte had gehouden me wat in mijn oor fluistert begrijp ik waarom. De moeder had zich al een paar dagen flink volgegoten om de pijn van de weeën niet te hoeven voelen en had dus zomaar ineens een kindje op de wereld gezet. Geen persen nodig. Later krijg ik te horen dat deze jonge vrouw al 7 kinderen heeft bij diverse mannen en dat alle kinderen op een na bij haar zijn weggehaald. Ineens besef ik me dat ook dit kleine meisje geen toekomst lijkt te hebben…
Na deze bewogen vroege ochtend komt Francois – een van de leiders van de MES uit Johannesburg – over. Samen met Francois en Ian heb ik overleg. We maken plannen voor komende Livingstone teams. Wat kunnen ze doen en wat niet. Waar zijn (veiligheids)grenzen en vooral: waar zijn mogelijkheden? Die blijken er genoeg te zijn. Ik wil ervan proeven en dus gaan we op pad. Allereerst naar een trainingscentrum. In een arme wijk geven een aantal jongeren voorlichting – zogenaamde life skill programs – aan andere jongeren. Twee gedreven jongens vertellen over hun werk en laten wat van de buurt zien. Ongelooflijk, wat een zichtbaar contrast. Rijk en arm leven hier vlak naast elkaar. Je hoort het altijd wel en je ziet het op televisie; Zuid Afrika kent grotere contrasten dan Oost Afrika, maar het wordt hier vandaag wel even heel erg duidelijk. Gigantisch wat een armoede naast zoveel rijkdom. (Over muizen en olifanten gesproken…) Ook bezoeken we een basisschool die nog geen speelterrein heeft. Misschien kunnen we een voetbalveldje aanleggen en een speeltuin realiseren…
Terug bij het huis ga ik in de televisiekamer naast Piet (74) zitten. Van hem weet ik dat hij een aantal maanden met zijn vrouw in een autootje gewoond heeft. Ze is inmiddels overleden (vermoord) en Piet komt al een paar maanden in dit huis. Verder dan een praatje over de kinderen die door de gang rennen en het weer komen we niet. Maar hij lacht af en toe. Dat vind ik al heel wat…
In principe komen de mensen tussen 17.00 en 19.00 uur binnen. Dan kunnen ze eten, douchen en gaan slapen. De nacht veilig binnen doorbrengen, om de volgende ochtend weer de straat op te gaan. Echter zijn de regels wat versoepeld de laatste tijd, door de toenemende mate van geweld in de buurt. Met name voor de meiden is het gevaarlijk, maar ook mentaal zwakkere mannen zijn niet altijd veilig op straat en worden gemakkelijk overvallen en bedreigd. Gisteren was een van de meiden niet thuis gekomen en vandaag kregen we te horen dat ze verkracht is. Er wordt me vertelt dat meiden soms in taxibusjes worden gesleurd… vreselijk. De jongeren in huis die proberen af te kicken kunnen hulp krijgen en een sociaal werker om ze te begeleiden. Een aantal bewoners die al een aantal maanden clean zijn, helpen nu als vrijwilligers mee in het huis. Er is genoeg te doen.
’s Avonds word ik getrakteerd op een etentje in een betere wijk. Een steakhouse, vlees van de braai. Op de terugweg rijden we door nachtelijk PE. Er is in principe niet veel bijzonders te zien. Niets anders dan in bijvoorbeeld Amsterdam. Een aantal prostituees en dronkaards. Maar door de verhalen die ik de afgelopen dagen heb gehoord weet ik dat ik in sommige wijken toch liever niet uitstap om een frisse neus te halen.

Woensdag 30 maart. De leiding is erg zorgzaam en wil niet dat ik vandaag weer veel heftige dingen ga zien of doen zo lijkt het. Ik heb in twee dagen tijd al zoveel respect voor deze mensen gekregen. Ze moeten zoveel geduld hebben met de bewoners hier. Ze worden zo vaak voorgelogen en teleurgesteld en toch houden ze moed en proberen ze iedereen in dit huis de juiste en vaak oh zo verdiende aandacht te geven… Super. Een rustig dagje in huis dus. Een beetje kletsen met bewoners. Wat foto’s maken. Helpen in de keuken. Het enige ´uitje´ van vandaag is het ziekenhuis. Een van de verkrachte meiden krijgt de uitslag van de HIV test. ’s Avonds is het gezellig in omaatjes kamer. Tussen 19.00 en 21.00 uur komen verschillende mensen wat kopen. Omaatje is niet alleen kok en oproepkracht in de nacht, maar ze heeft ook een klein winkeltje in het huis (gewoon in haar woonkamertje) waar snoep, chips, koude drankjes en tandpasta te koop zijn. De een na de ander komt vol verhalen van de straat binnen. De roddels over medebewoners worden tot in details doorverteld. Je zou hier eigenlijk een camera neer moeten zetten. Een real life soap - met black & white - waar ik middenin zit. Tsjonge, wat een leven hebben deze mensen. Niet bepaalt om jaloers op te zijn. Een van de jongens heeft vandaag tosti´s voor me gemaakt. Hij is een aantal maanden in huis. Zijn vader woont in PE en wil niets met zijn zoon te maken hebben. J. is 20 en doet sinds 2 maanden een koksopleiding in town. Jamie Oliver is zijn grote voorbeeld. Mmm vandaar dat de tosti´s zo heerlijk smaakten ;-)
Het is 02.00 uur als ik net weer in slaap ben gevallen nadat ik vanavond veel ambulances heb gehoord in de buurt. Dit keer geen geluiden van buiten, maar gebons op onze deur. De nachtwacht wil dat omaatje komt kijken. Een van de bewoners schijnt nogal vreemd te doen. Lachend kijkt ze me aan: “You want to see what’s going on?” Ik knik. Snel een broek en shirt aan en de herengalerij op. Aan het eind van de gang staan er drie mannen aan de traliedeur te duwen en te trekken. Ze gillen, ze lachen. Maar of ze nu weten wat ze doen, ik betwijfel het. Omaatje stuurt ze aan de kant. Ze wil eerst door de deur kijken voor ze hem open doet. Onder de bedden door kruipt een van de mannen. Ik zou bijna zeggen ‘als een gek’ – maar dat klinkt nu wel heel erg onaardig – schuift een zeer magere, lange, angstig kijkende Xhosa over de grond. De overige mannen op zaal waren hier duidelijk niet blij mee en wilden hem in zijn bed hebben. “Wat zou hij gebruikt hebben?” is de eerste vraag die bij me opkomt. Voor ik deze vraag aan omaatje kan stellen trekt ze me alweer mee, terug naar haar kamer. Deze man is duidelijk op de vlucht voor kwade geesten, legt ze me uit. Wanneer we binnen een paar minuten weer bij de slaapzaal zijn, hebben een aantal mannen de kruiper weer op zijn bed gekregen, hoewel ze hem tegen moeten houden zodat hij er niet weer van af gaat. Omaatje begint het meegenomen zout om het bed te strooien en de man wordt op slag rustiger. Als ze rondom is, laat hij een diepe zucht en valt onmiddellijk in slaap. Hoezo bizar? De andere mannen beginnen hem uit te lachen en gaan een voor een ook richting hun eigen bed. Zout strooien tegen ongewenste geesten, dat bleek de manier…

Donderdag 31 maart. Wat zal ik vandaag weer te horen krijgen. Een nieuwe FAS (Foetaal Alcohol Syndroom) baby, een overdosis, een verkrachting, of ‘slechts’ een overval? Op het programma staat het uitdelen van kleding en voedsel in een van de wijken. De organisatie van het huis heeft naast de eigen dagelijkse soupkitchen (waar de dak- en thuislozen op af komen die hier ook overnachten) ook een aantal andere wijken waar ze wekelijks soep en brood uitdeelt. We rijden met het MES bakkie naar de wijk toe. We komen van een andere kant dan de mensen gewoon zijn en we zien in de verte al een hele horde staan. Op wacht. Iedere donderdag om 13.30 uur komt dit bakkie. Wanneer ze ons van de andere kant zien, komen ze op ons af rennen. Groot en klein. Een vreselijk gezicht. Hoewel het ongemakkelijk voelt, maak ik wel foto’s. Zo kan honger er dus ook uitzien… Het ergste is nog dat net niet iedereen aan de beurt komt en ik vraag me dan ook af of er geen ruzies ontstaan als we weg rijden. Hopelijk hebben de allerkleinsten hun schaaltjes al bijna leeg. Zij kregen in principe als eerst.
Terug in het huis help ik omaatje een beetje met schoonmaken. Later op de middag ga ik met Lindsay en de kleinzoon van omaatje naar het dolfinarium. Nog even toeristisch doen op de laatste dag. Niet omdat ikzelf zo graag wil, maar omdat de mensen hier ook graag de betere en aantrekkelijke kant van PE willen laten zien. En ik moet zeggen, de zee en boulevard zijn prachtig en de zeehondenkus was heerlijk fishy (zie foto’s).
De laatste avond in PE ga ik weer even naar de studio van S. en D. Twee jongens die inmiddels een goede opleiding hebben en wat vrijwilligerswerk doen in het huis. Ze maken goede muziek. Vroeger vooral grove slang (straattaal), maar nu ze bekeerd zijn vooral mooie, moderne gospel. Met name S. is geweldig muzikaal en heeft een mooie stem. Leuk om nog even met hen te kletsen.

Vrijdag 1 april. Het is geen grap. Ik ga naar huis. Van Port Elizabeth naar Johannesburg, naar Addis Abeba in Ethiopie, naar Parijs, naar Brussel, naar Moordrecht. Een reis van meer dan 24 uur. Ondanks een aantal heftige momenten heb ik enorm genoten en ik bedank Ian dan ook hartelijk dat hij me zoveel van PE en het werk van de Mes heeft laten zien in relatief korte tijd. We nemen een bak koffie en nemen afscheid. Tranen van respect in mijn ogen. “Keep up the good work!”

Ik heb weer prachtig ‘werk’ mogen doen. Van tubes tandpasta uitdelen tot huisje bouwen, van winkeltjes en business beginnen tot basisschool helpen opstarten, van muur bouwen tot eten geven en simpelweg een luisterend oor zijn in het huis van de MES. Tevreden kijk ik terug op een mooie maand maart. En ik besef dat ik nooit neutraal wil toekijken hoe een olifant op de staart van een muis trapt… Hopelijk heb ik iets daarvan door kunnen geven met deze verslagen. En om liefde door te geven hoef je echt niet meteen een stap naar Afrika te zetten… ook in Nederland zijn er (onrechtvaardige) situaties genoeg waarin we een helpende hand kunnen – en misschien wel moeten – bieden.

Lieve mensen dank voor het lezen van mijn verslag(en) en al jullie reacties. Heb je nog vragen/opmerkingen, aarzel niet me te benaderen!

Liefs uit Moordrecht,
Monirah

Een filmpje van de MES is te vinden onder de volgende link:
http://www.mes.org.za/newsroom-category/multimedia-downloads


  • 06 April 2011 - 22:01

    Daan :

    Hi Monirah, wat een belevenissen weer - ook in Tanzania en Zuid Afrika! 't geeft niets dat we zo lang moesten wachten. Het is de moeite waard ;-) Nu moeten we pas lang wachten waarschijnlijk, tot je weer op reis gaat... Dank voor je verslagen, ik heb meegenoten! Liefs

  • 06 April 2011 - 22:17

    Ruben:

    Hoi schat,
    Ik dacht dat ik alle verhalen al gehoord had, maar je weet het weet mooi te vertellen. Het verslag over de maaltijd bij het weeshuis: super!

  • 07 April 2011 - 07:16

    Janne:

    Ik ben tot 27 maart gekomen, maar moet nu werken. Gelukkig kan ik mij bij terugkomst verheugen op de rest van je geweldige avontuur.

  • 07 April 2011 - 10:33

    Carin:

    Hoi Monirah,
    Wat hebben we genoten van je verhalen meid!!
    Wat een reis,vreugde,verdriet,rijkdom,armoede alles in één.
    We mogen blij zijn met mensen zoals jij, die voor al die muisjes een veilige lieve goede grote olifant is die een hoop voor hen betekend!!
    We hebben een groot respect voor je, en blijven je volgen.
    En bundel deze verhalen en maak er een pracht boek van, misschien weet je een goed doel voor de opbrengst hihi
    groetjes De Dijkies


  • 07 April 2011 - 14:34

    Aja:

    Hoi Monirah,

    Fijn dat je weer terug bent.
    Voor de rest..... ik ben er stil van.

    Bedankt voor de prachtige verslagen.

    Aja

  • 07 April 2011 - 16:54

    Mzungu:

    Weer mooi geschreven, maar ben toch ook blij dat je weer effe thuis ben nu!

    Dikke knuff xx

    Mzungu Bro ;-)

  • 07 April 2011 - 17:14

    Jany:

    Monirah bedankt alweer je laatste reisverslag.

    Met zoveel heftige ontmoetingen.,
    je in weg kon wilde kruipen,
    soms om erbij te huilen.
    Las dit met een lach,en een traan.

    Ook de schooheid van de natuur ,
    , zo met ieder wilde delen.
    Het schrijven van het weeshuis ontroerde mij.
    Omdat onze nicht Simone,uit een weeshuis in Columbia komt,.
    we zijn heel dankbaar ze fijne ouders heeft..
    Oeganda en Tanzania,zijn je tweede Vaderland vanwege de goede band.,met dit land.

    Heel veel dank voor het schrijven,
    en de innemende foto,s.

    Jany

  • 07 April 2011 - 17:56

    Janne:

    EN nu heb ik dan echt alles gelezen. Ben er stil van.....
    Mocht het volgend jaar niet Budada worden dan ga ik wel naar Port Elisabeth :-)
    Tot snel Mukwano

  • 07 April 2011 - 18:58

    Thea:

    Wat kan je toch geweldig schrijven. En wat heb je toch weer veel mee gemaakt. Toch weer erg fijn dat je weer goed bent aangekomen in ons landje!!!
    We contacten snel.
    Liefs Thea

  • 07 April 2011 - 21:06

    Wytske:

    wat heb je weer veel indrukken opgedaan..en dat allemaal te moeten verwerken, daar zul je wel wat tijd voor nodig hebben. Wees voorzichtig op jezelf. Veel stekte om dan ook weer te wennen in het luxe nederland.
    hartelijke groet, ook voor Ruben

    wytske

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Monirah

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 678
Totaal aantal bezoekers 89189

Voorgaande reizen:

01 Maart 2011 - 02 April 2011

Afrika

Landen bezocht: